Van 1816 tot 1975 was Suriname onafgebroken een kolonie van Nederland.
Op 1 mei 1869 trad in Suriname het nieuw Surinaams Burgerlijk Wetboek in werking, een vrijwel
gelijkluidende kopie van het Nederlands Burgerlijk Wetboek van 1838. Afwijking van het Surinaams
recht van het Nederlandse recht mocht tot 1975 alleen na goedkeuring door de Nederlandse koning.
De aanpassing van het Surinaams recht aan de Nederlandse wijzigingen ondervond echter een
vertraging van gemiddeld elf jaren.
Het gevolg was dat familieleden van een overledene die de Nederlandse nationaliteit bezat en
goederen en familie in Suriname had op sommige momenten met verschillende uitkomsten van het
erfrecht geconfronteerd werden bij de verdeling van de nalatenschap. Vooral bij bezit van
eigendomsgrond die een boedel is, hebben deze verschillen tot vandaag hun weerslag.
Tijdens de lezing zullen de doorgevoerde erfrechtelijke wijzigingen in het Surinaams wettelijk
erfrecht afgezet worden tegen de erfrechtelijke wijzigingen die in Nederland plaatsgevonden hebben.
De toepassingen van het erfrecht in beide landen in de aangegeven perioden zullen aan de hand van
casussen verduidelijkt worden. Tenslotte zullen de grote hedendaagse verschillen tussen het
Surinaams en het Nederlands wettelijk erfrecht belicht worden.